het ontstaan van de verlichting de verlichting is ontstaan in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Schotland. Hoe de verlichting precies is onstaan kunnen we niet goed aangeven. Wat wel duidelijk aan te geven is, is dat de renaissance en de reformatie zeker een rol heeft mee gespeeld. Wat ook een belangrijke rol heeft gespeeld zijn de ontdekkers van de wereld, dit waren de europeanen. Hierdoor kwamen we in contact met andere volken. De ontdekkingreizigers brachten aan het einde van de 17de eeuw reisboeken en reisverslagen uit. Eerst waren de christenen en blanke mensen superieur, maar daarna kwamen er ook andere culturen bij, zoals bijvoorbeeld chinezen. Door dit soort beschrijvingen kwam er al snel kritiek op europese maatschappijen. De verlichting kan ook gezien worden als reactie op de macht van de adel en clerus. Toen de feodale maatschappij tijdens de middeleeuwen ontstond, was er geen plaats meer voor steeds grotere groepen in de samenleving.Dit gold met name voor de burgerij in de steeds groter wordende steden. Deze klasse had een grote economische betekenis, maar nagenoeg geen politieke invloed, die volledig in handen was van de adel en de clerus. De intellectuele toplaag van de burgerij gaf steeds openlijker kritiek op deze situatie, en stelde haar eigen theorieën op over hoe de wereld functioneert. Deze filosofieën stonden op gespannen voet met wat tot dan toe de geldende interpretatie van de bijbel was, die met name door de geestelijkheid als vaststaande wet werd gepresenteerd. Ook werd in deze filosofieën de macht van de adel en de geestelijkheid aan de kaak gesteld. onstaan en verspreiding De verlichting speelde vooral een rol in hogere kringen, en dan vooral in verschillende salons. Bekend is de salon van Madame Geoffrin. Aristocraten waren geintereseerd in deze beweging en traden op als beschermheren en vrouwen die in moeilijkheden raakten op politiek gebied of economisch gebied. In Frankrijk was er vooral een tegenbeweging, dit kwam door de strenge censuur. Door deze tegenbeweging moesten veel mensen vluchten. Aanhangers van de verlichting werden voor hun ideeen opgepakt en in de gevangenis gegooit. Daarom moesten hun ook vaak op de vlucht. In Amsterdam bijvoorbeeld, waar eerder veel hugenoten naar toe waren gevlucht, waren enkele Franse drukkerijen, waarvan de producten naar Frankrijk werden gesmokkeld. In andere landen was er juist vaak belangstelling van heersers. Frederik de Grote was bijvoorbeeld bijna heel zijn leven lang een grote aanhanger van Voltaire. De verlichting werd in Duitsland vertegenwoordigd door Lessing. Op sommige plekken drong de verlichting nauwelijks door, zoals in Rusland. Ook verspreidde de verlichting snel door naar Amerika en andere Europese kolonies. De beweging inspireerde ook de voor onafhankelijkheid strijdende Amerikanen, met name Benjamin Franklin en Thomas Jefferson. De exacte invulling van de verlichting verschilde overigens van land tot land. Sommige geleerden onderscheiden vele nationale verlichtingen, waarbij elk land zijn eigen specifieke Verlichting zou kennen. De idealen van de verlichting zorgen ook voor de afschaffing van de slavernij. De verlichting had ook grote invloed op de Franse Revolutie. Ondanks het belang van de verlichting in Frankrijk kan overigens niet gezegd worden dat deze direct leidde tot de Franse Revolutie; de aanhangers van de verlichting .
Levensloop: Immanuel Kant was een Duits filosoof in de tijd van de Verlichting. Kant wordt soms ook gezien als de eerste Duitse idealist. Kant was thuis met 9 kinderen,hij was de 4e van het gezin. Op zijn zestiende ging hij daar naar de universiteit, waar hij eerst theologie en vervolgens filosofie en wis- en natuurkunde studeerde. Na zijn afstuderen op 22-jarige leeftijd verdiende hij de kost als huisonderwijzer in zijn woonplaats. In 1770 werd Kant hoogleraar in metafysica en logica aan de filosofische faculteit van de universiteit van Koningsbergen. Werken: In het werk van Kant zijn twee duidelijke periodes te onderscheiden: zijn voorkritische periode en zijn kritische periode. Het verschil tussen deze periodes is het volgende. De vraag of er een rationalistische metafysica mogelijk is, beaamt Kant in zijn voorkritische periode in navolging van Leibniz en Wolff. In zijn kritische periode neemt hij hier afstand van. De overgang tussen beide periodes is echter vloeiend. Al vanaf 1769/1770 klonk in de boeken en brieven van Kant twijfel door over de mogelijkheid van een rationalistische metafysica.
Johan Wolfgang Von Goethe is geboren in Frankfurt op 28 Augustus 1749, en is overleden in Weimar op 22 Maart 1832. Hij was een Duits wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof etc. Hij was schrijver van de boeken: Faust, Leiden des jungen Werthers, Zur fabenlehre, Gutz von belichingen, door dit werk werd hij beroemd. In 1782 werd hij in adelstand verheven.
1749: Gedanken von der wahren Schätzung der lebendigen Kräfte. 1755: Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels. 1755: Meditationum quarundam de igne succincta delineatio (Over het vuur). 1755: Neue Erhellung der ersten Grundsätze metaphysischer Erkenntnisse (Habilitation: Principiorum primorum cognitionis metaphysicae nova dilucidatio). Proefschrift ter verkrijging van de doctorstitel. 1756: Metaphysicae cum geometria iunctae usus in philosophia naturalis, cuius specimen I. continet monadologiam physicam (Kortheidshalve ook "Physische Monadologie" genoemd.) 1756: Neue Anmerkungen zur Erläuterung der Theorie der Winde. 1762: Die falsche Spitzfindigkeit der vier syllogistischen Figuren. 1763: Versuch, den Begriff der negativen Größen in der Weltweisheit einzuführen. 1763: Untersuchung über die Deutlichkeit der Grundsätze der natürlichen Theologie und Moral. 1763: Der einzig mögliche Beweisgrund zu einer Demonstration des Daseins Gottes. 1764: Beobachtungen über das Gefühl des Schönen und Erhabenen. 1764: Versuch über die Krankheiten des Kopfes. 1766: Träume eines Geistersehers, erläutert durch Träume der Metaphysik 1770: Über die Form und die Prinzipien der sinnlichen und intelligiblen Welt (In het Latijn geschreven met als titel: De mundi sensibilis atque intelligibilis forma et principiis). 1775: Über die verschiedenen Rassen der Menschen.
De tegenstanders van Immanuel Kant : Met Kant was niet iedereen het eens die zich halsstarrig vasthield aan de oude dogmatische metafysica* of aan het oude kerkgeloof. Voor de geschiedenis van de filosofie zijn de personen die zakelijk op Kants stellingen ingaan en ze dan bestrijden natuurlijk belangrijker Dit zijn voornamelijk drie mannen (2 oorspronkelijk Oost-Pruisische landgenoten van Kant maar alledrie persoonlijk met hem bevriend), die onder de naam van 'geloofsfilosofen' worden samengevat, dit slaat erop dat ze alledrie een beroep doen op het geloof. De eerste was Johann Georg Hamann (1730-1788), hij was een van de woordvoerders in de strijd tegen het rationalisme en wat hij aan Kant verwijt is dat juist hij niet boven dit rationalisme uitkomt terwijl hij zo streng christelijk was toen hij jong was. Kant heeft hiervan (het geloof) zoals vele filosofen 'last' gehad. Johann richtte zich vooral tegen de scheiding van ons kenvermogen in de twee gebieden redelijkheid en zinnelijkheid. Om deze scheiding te overbruggen wees hij op de taal, waarin de rede een zinnelijke existentie (bestaansvorm) verkrijgt. De tweede van de geloofsfilosofen was Friedrich Heinrich Jacobi (1743-1819), hij was een veelzijdig ontwikkeld, invloedrijk schrijver, die Rousseau in Genève had bestudeerd, die de wijsbegeerte van Spinoza en Kant door en door kende. In verband met een kritische waardering van Kant zei hij: 'Er ontbrak nog een 'Kritiek van taal' die een metakritiek van de rede zou zijn en ons ten aanzien van de metafysica allen eens van zin zou maken. De derde van de geloofsfilosofen, die in invloed de beide andere verre overtreft is Johann Gottfried Herder (1774-1803), Herders belangrijkste geschriften zijn: 'Ideeën tot de wijsbegeerte van de geschiedenis der mensheid', ' Brieven tot bevordering van de humaniteit', Verstand en ervaring, rede en taal, een metakritiek tot de Kritiek van de zuivere rede'.
het verschil tussen de tijd van de verlichting en een verlichte tijd: De verlichting is de naam is we gebruiken om een politieke en filosofische beweging aan te geven. De verlichte tijd is de tijd waarin mensen duisternis en het verleden achter zich lieten.